maandag 13 oktober 2025

Mossen en Korstmossen.

Het zijn die grijze of gele plakkaten die je overal wel tegen komt.
Ze zitten op stenen en muurtjes, maar ook op andere soorten ondergrond.
En er zijn er honderden. 

Kalkschotelkorst. 

Een korstmos ofwel licheen is een schimmel die in mutualistische symbiose samenleeft met een groenwier of met een cyanobacterie, of, zelden, met beide. Samen vormen de beide componenten een welbepaalde morfologische structuur en vormen ze een fysiologische eenheid. Men spreekt hier van 'gelicheniseerde schimmels'.


Korstmossen moet je niet verwarren met mos. Je vindt ze vaak samen, maar mos is een groene sporenplant met stengeltjes en blaadjes, terwijl korstmossen geen echte planten zijn.



Op het Muurtje de Duindaalder. 
Diploschistes muscorum


Korstmossen groeien langzaam en kunnen zeer oud worden, soms honderden tot duizenden jaren. Ze komen voor op bomen, muren, stenen en dakpannen, maar nemen geen voedingsstoffen op van hun ondergrond. 





Hun groei hangt af van de omgeving: sommige soorten houden van vochtige plaatsen, andere juist van droge plekken. Op één boom kunnen meerdere soorten naast elkaar voorkomen.




Meestal groeien korstmossen in kringvorm, maar hebben ook andere vormen. Je hebt ze in allerlei kleuren; van wit en geel tot blauw en paars. Sommige korstmossen zien eruit als een verzameling gelobde blaadjes (bladvormig). Er zijn ook korstmossen die plat tegen een oppervlak aan groeien als een soort korst (korstvormig). Er zijn ook korstmossen die vertakt zijn als een soort kleine struikjes (struikvormig).





Soorten korstmossen.
• Korstvormig: 
Vormt een dunne, stevige laag die moeilijk los te maken is en dicht op het oppervlak ligt, zoals een korst.
• Bladvormig: 
Lijkt op een dun bladerig rozet of kroesje met lobben. Deze zitten vaak losser vast en zijn gemakkelijker van de ondergrond te halen.
• Struikvormig: 
Heeft vertakkende, soms hangende draden of takken. Deze zitten maar aan één punt vast. 


Op een boom.











Afhankelijk van de soort korstmos kan de voortplanting op een geslachtelijke of niet-geslachtelijke wijze plaatsvinden.

Geslachtelijke voortplanting
De vruchtlicamen van de schimmel zien er vaak uit als ronde schijfjes met opgekrulde randen. Deze vruchtlichamen noemt men de Apotheciën. In deze Apotheciën worden de sporen in hele kleine zakjes (asci) gevormd. Als de sporen rijp zijn, worden deze door de wind verspreid. Sporen die tijdens deze verspreiding in contact komen met een alg kunnen daar dan weer een nieuwe samenleving (symbiose) en dus een korstmos door vormen.


Niet-geslachtelijke voortplanting
De ongeslachtelijke voortplanting kan plaatsvinden via de Soralen en de Isidiën.
Soralen zijn plekken op de korstmos, waar deze is opengebroken. Op deze plekken worden hele kleine bolletjes (Sorediën) gevormd die bestaan uit schimmeldraden en algen. Dit zijn uiteindelijk de nieuwe korstmossen.
Isidiën zijn kleine uitgroeisels op de korstmos die ook al bestaan uit de schimmel en de alg. De Isidiën kunnen gemakkelijk afbreken en dat is weer handig voor de verspreiding.
De verspreiding van zowel de Soralen als de Isidiën vindt plaats door de wind en door dieren.




































Korstmossen zijn een klein wonder van de natuur — hoe meer je erover weet en ze bekijkt hoe interessanter ze worden.

Een korstmos is geen enkele soort op zich, maar een samenleving van twee of meer organismen.

Een schimmel vormt het grootste deel: die bouwt het lichaam van het korstmos, houdt vocht vast en beschermt.

Een alg of cyanobacterie leeft binnenin en maakt via fotosynthese suikers — voedsel voor beide.

Samen kunnen ze overleven waar afzonderlijk geen van beiden dat zou kunnen.

De kleuren en vormen zijn behoorlijk gevarieerd, van poederachtig wit, grijs, zwart, geel tot feloranje, en van bladachtig tot korstachtig.

En ze groeien bijna overal. Ze kunnen volledig uitdrogen en bij vocht weer “tot leven komen”

Sommige korstmossen kunnen tientallen tot honderden jaren oud worden. sommige soorten groeien maar een paar millimeter per jaar.

Alleen al het herkennen en de namen erbij, dat is lastig bij de honderden mossen en korstmossen die er zijn in Nederland.

Veel soorten lijken op elkaar, vooral in kleur en vorm. Sommige soorten zijn pas goed te onderscheiden met een loep of microscoop.


Schotel korstmossen" is een groep korstmossen die vaak een schotelvormig vruchtlichaam hebben.

Veel soorten hebben schotelvormige apotheciën ( vruchtlichamen ) die zichtbaar zijn als schoteltjes of schijfjes. 

De Apothecia ( bekerachtige structuur ) hebben een doorsnede van 0,5 tot 3 mm en zijn doorgaans aanwezig. De kleur is bleekgeel tot kastanjebruin. De rand is duidelijk zichtbaar, onregelmatig gevormd en heeft dezelfde kleur als het Thallus.
























































Bleek baardmos ( Usnea hirta ) is een korstmossoort uit de familie Parmeliaceae.

Net als alle korstmossen is baardmos een symbiose van een schimmel en een alg. De schimmel behoort tot de Ascomycota.

Hij groeit als epifyt en gebruikt de boomschors slechts als habitat – een plek om te groeien.

Bleek baardmos komt in Nederland zeldzaam voor. 

Dus Bleek baardmos is geen echte mos. Maar een korstmos, omdat het een symbiose is..
Een wederzijdse samenwerking, tussen een schimmel en een alg of cyanobacterie. De schimmel zorgt voor structuur en bescherming, terwijl de alg of cyanobacterie via fotosynthese voedingsstoffen produceert voor beide organismen. 








































Ochrolechia arborea is een zeer zeldzame korstmos in Nederland  [ 22 locaties in 2025 ]
[ hoort bij de tandpastakorsten ]
[ Boom tandpastakorst ? In het Nederlands ? ]

In het Duits [ Baum-Cremeflechte ]

Deze Ochrolechia arborea groeit op een hart houten brugleuning in het Bentwoud  Zuid-Holland.

Ochrolechia - Tandpastakorst (G)

Ochrolechia arborea fluoresceert helder geel onder UV-licht door de aanwezigheid van lichexanthone. Dit maakt de identificatie ervan eenvoudiger, omdat deze lichen bij gewoon licht minder opvallend is.









Zwarte grafkorst  - Placynthium nigrum

Zwarte grafkost is een korstmos behorend tot de familie Placynthiaceae. Het komt voor op steen en leeft in symbiose met de alg "scytonemoid"

Zwarte grafkorst is een vrij zeldzaam korstmos, die op kalkrijke stenen groeit. Het meest groeit het hier in Nederland op liggende kalkstenen grafstenen.

Het  zwarte korstmos heeft een opvallende blauwe rand ( prothallus ) Vrijwel altijd zijn er apotheciën aanwezig.

Placynthium nigrum is a lichen growing on calcareous stones, most often on calcareous grave stones.












Een kleurrijk korstmoslandschap op een betonpaal,
een miniatuurwereld van vormen en kleuren.


Sinasappelkorst.
Verborgen schotelkorst.
Rond schaduwmos.
Kleine geelkorst.
Kalkschotelkorst.
Oranje dooiermos.
Groot dooiermos.
Kleine citroenkorst.
Kapjesvingermos.
Grove geelkorst.
Gewoon schildmos.

Betoncitroenkorst.



Ze variëren in kleur van geel en oranje tot grijs, groen,bruin en rood.
 Ze bestaan uit een symbiotische samenwerking tussen een schimmel en een alg of blauwwier.

















De 3 lichenen zijn gescheiden door een duidelijk prothallus!
Een "prothallus" is de rand van het "thallus" van korstvormige korstmossen, waar al wel schimmeldraden groeien, maar waar nog geen symbiotische algen aanwezig zijn.



De roze runenkorst ( Phaeographis smithii ) is een zeldzame korstmos behorend tot de familie Graphidaceae. Hij komt voor op bomen. Hij leeft in symbiose met de alg Trentepohlia.


De naam verwijst naar het uiterlijk van de runenkorst. De kenmerkende patronen en lijnen,  lijken op de oude runenschrifttekens, wat de naam 'runen' verklaart.

( Runenstenen zijn stenen waarin inscripties in het runenschrift zijn gekerfd. De stenen zijn vaak gemaakt door de Vikingen. )

Determinatie van een groot aantal korstmos soorten, zijn alleen mogelijk na microscopisch onderzoek. Daarom word vaak de term "onbekend" gebruikt.  Lichen-indet  of Lichenes sp.


Witte runenkorst is een zeldzame korstmos die voorkomt op de gladde bast van loofbomen.
Het leeft in symbiose met de alg Trentepohlia en behoort tot de familie Graphidaceae.
















Determinatie van een groot aantal korstmos soorten, zijn alleen mogelijk na microscopisch onderzoek. Daarom word vaak de term "onbekend" gebruikt.  Lichen-indet  of Lichenes sp.


















Gewoon schriftmos (Graphis scripta)
Gewoon schriftmos groeit meestal op bomen met een gladde schors, meestal in halfschaduw of schaduw. 

Het thallus van dit korstmos is witachtig tot groenachtig grijs, en glad of licht golvend. De apotheciën zien er uit als golvende zwarte lijntjes (beter gezegd: smalle voren) die op schrift lijken.

Gewoon schriftmos kan een sterk uiteenlopende aanblik bieden. Volgens kenners gaat het bij Graphis scripta niet om één soort, maar om een complex van minstens vier soorten.



Ook de schriftmossen zijn vaak lastig te determineren.

Vooral vanaf foto’s..  schriftmos "onbekend" 























Op hardhouten brugleuning in het Bentwoud groeien ongeveer twintig verschillende soorten korstmossen. Je ziet een mix van gele, grijze en groenige vlekjes en allemaal elk hebben ze hun eigen vorm en structuur. Veel van deze korstmossen zijn zó klein dat je een vergrootglas nodig hebt om ze goed te kunnen zien. Pas dan worden hun fijne details, kleuren en bijzondere patronen zichtbaar.
Wat een fascineerde korstmoswereld.


Rood boomzonnetje
Dof boomzonnetje
Boomsuikerkorst
Grijsgroene stofkorst
Rond schaduwmos
Vliegenstrontjesmos
Melig takmos
Eikenmos
Baardmos 'onbekend'
Bolle schotelkorst
Witte schotelkorst
Gewoon schildmos
Stoeprandvingermos
Grootdooiermos
Heksenvingermos
Witkopschorsmos
Groen boomschildmos
Verstopschildmos
Gestippeld schildmos
Ammoniakschotelkorst 


























































Geen opmerkingen:

Een reactie posten